Gevolgen hervormingen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten: stilte voor de storm?

Veel instellingen smeren de budgetten die ze hebben uit over meer cliënten, lappen bij uit andere potjes Dit alles veelal uit verantwoordelijkheidsgevoel en betrokkenheid. Cliënten die (een deel van) hun begeleiding kwijtraakten, merken dat zelf daardoor soms niet eens.
22 juni 2010 |

De gevolgen van de hervormingen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) blijven nog grotendeels onder de oppervlakte. Veel instellingen smeren de budgetten die ze hebben uit over meer cliënten, lappen bij uit andere potjes (soms uit de Wmo-gelden), professionals draaien soms onbetaalde overuren of schuiven met de AWBZ-functies. Dit alles veelal uit verantwoordelijkheidsgevoel en betrokkenheid. Cliënten die (een deel van) hun begeleiding kwijtraakten, merken dat zelf daardoor soms niet eens.

Volumegroei

Op de langere termijn zullen er naar verwachting meer effecten zichtbaar worden. Er komt uiteindelijk minder geld bij zorginstellingen binnen, omdat er minder nieuwe cliënten bijkomen. Vanwege de volumegroei die de sector kent (deels vanwege vergrijzing), is ook dit effect nog niet snel voelbaar: de meeste zorginstellingen hebben te maken met een stijging van het aantal nieuwe cliënten. Bij de dagopvang voor ouderen is het resultaat in veel gemeenten al wel voelbaar. Hier verdwijnt soms al aanbod. Vaker kiezen (verschillende) zorgaanbieders voor het samenvoegen van groepen, soms zitten intramurale en extramurale cliënten bij elkaar.

Dit zijn enkele eerste resultaten uit onderzoek naar de gevolgen van de AWBZ-pakketmaatregelen dat I&O Research uitvoert bij zeven gemeenten in het land. Hiervoor passen we een combinatie van onderzoeksmethoden toe: een enquête onder cliënten, een analyse van de registraties van zorg- en welzijnsinstellingen en interviews met sleutelinformanten vanuit cliëntenorganisaties en professionals uit de zorg- en welzijnssector. In sommige gemeenten brengen we daarbij ook de situatie van mantelzorgers in kaart. Een aantal gemeenten wenst een doorkijk naar de toekomst, waarvoor we een prognose van de toekomstige zorgvraag opstellen.

Liefdadigheid

Cliënten die hun AWBZ-begeleiding deels of geheel kwijtraakten, geven bijna allemaal aan dat zij deze hulp hard nodig hadden. Het grootste deel van hen vindt een oplossing in eigen kring – familie, buren of vrienden springen bij. Een ander deel heeft geen andere hulp weten te vinden, vaak weet men ook niet waar ze die hulp moeten zoeken. Het grootste probleem als gevolg van het kwijtraken van de ondersteuning, is een sterkere afhankelijkheid van anderen en van ‘liefdadigheid’, zo geven cliënten aan. Ook vreest een aantal van hen dat mantelzorgers de extra druk die op hen terechtkomt, op den duur niet aankunnen.

Een grote toeloop op welzijnsaanbod of andere voorliggende voorzieningen is nog niet waarneembaar. Er is lokaal wel een groei van het aantal gebruikers van de stichting voor (vrijwillige) ouderenondersteuning WonenPlus waar te nemen. Ook is er een grotere vraag naar begeleiding bij thuisadministratie en budgetbeheer, maar hieraan lijkt ook de economische crisis debet. Vrijwilligersorganisatie Humanitas neemt alom een grotere vraag van begeleiding waar.

Bij gemeenten is verder een lichte toename van de toegekende huishoudelijke zorg te zien. Verder melden zich amper voormalig AWBZ-cliënten bij de gemeenten, veelal omdat zij deze weg niet kennen.

Ontschotting

Een paradigmaverschuiving in de wereld van zorg en welzijn – een gehoopt neveneffect van de AWBZ-pakketmaatregelen – doet zich eveneens nog niet op grote schaal voor. Als bijeffect van de maatregelen wordt gerekend op een toenemende ontschotting van de zorg, waarbij zorginstellingen, gemeenten en welzijnsaanbieders meer met elkaar samenwerken. Niet het aanbod van de organisatie staat centraal, maar de vraag van de burgers. Daarbij valt het onderscheid in deelaanbod opgesplitst naar doelgroepen grootdeels weg: kwetsbare burgers zullen vaker ‘gemengd’ gebruik maken van ondersteuning.

In de onderzochte gemeenten is zeker wel een beweging in die richting te zien: welzijnswerk, gemeenten en zorginstellingen zijn met elkaar in gesprek en werken soms ook al in mindere of meerdere mate schaal samen. Er wordt verder bij de instellingen hard nagedacht over het bereiken van ‘verborgen cliëntgroepen’, zoals beginnend dementerenden en zorgmijders. Verwacht wordt dat juist deze groepen steeds minder in beeld zullen komen. De pakketmaatregelen houden immers in dat mensen met lichte tot matige problematiek minder vaak in aanmerking komen voor begeleiding. Sleutelinformanten wijzen erop dat daarmee de preventieve ‘vinger aan de pols’ ook verdwijnt; deze cliëntgroepen komen straks pas in beeld als de situatie is verergerd.

Zwaar weer

Dat in tegelijkertijd ook het welzijnswerk in zwaar weer verkeert, is geen gelukkige samenloop van omstandigheden: daar waar extra draagkracht en initiatief nodig zijn, moet het welzijnswerk het met steeds minder budget en beroepskrachten doen. Vooral voor de toeleiding van kwetsbare doelgroepen naar het aanbod en extra begeleiding van welzijnswerkers en vrijwilligers in deze sector zijn extra middelen nodig.
Ook is regievoering nodig om alle partijen bijeen te krijgen en te houden brengen en de grote lijnen in de gaten te houden. Deze rol ligt – zo vinden de aanbieders van zorg en welzijn veelal – bij de gemeenten.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.